Met tweede boek is het motorleven van Jan en Hetty Burgers echt af

2022-06-24 21:46:23 By : Mr. Jason Chen

Stel uit Hengelo maakt vervolg op boek over wegraces in de jaren zeventig

HENGELO – Aan meer dan dertig internationale bladen en tijdschriften verkocht de nu 75-jarige Jan Burgers uit Hengelo de foto’s die hij in de jaren zeventig maakte tijdens motorraces op circuits overal in Europa. Hij en zijn vrouw Hetty (75) waren bekenden in het wereldje van het rondreizende Continental Circus. Ze waren elk weekend (ver) van huis, maar kozen uiteindelijk voor een gezin met twee dochters en voor hun doordeweekse baan, hij als natuuronderzoeker, zij als docent. De motorfoto’s gingen met veel pijn in het hart in een koffer de zolder op, met alles dat erbij hoorde. Voor altijd. 

Dat was althans de bedoeling. Een ontmoeting met motorsportjournalist Frank Weeink leidde in 2013 tot een boek waarin de foto’s van Burgers de hoofdmoot vormen. De Hengeloër dacht daarmee zijn verleden als motorsportfotograaf definitief af te sluiten, maar al direct na verschijning kreeg hij van vele kanten – met name uit het buitenland – de vraag om ook een tweede boek te maken. Dat is nu in samenwerking met de Doetinchemse Uitgeverij Hermans tot stand gekomen. Net als deel 1 is ook Continental Circus 2 volledig Engelstalig.

Doelgroep Van het eerste boek – dat ook in het Duits verscheen – werden een kleine tienduizend exemplaren gedrukt. Enkele honderden gingen er in Nederland over de (digitale) toonbank, de rest in het buitenland. Burgers kent zijn doelgroep precies. Het zijn motorliefhebbers van nu boven de zestig jaar oud, veelal afkomstig uit Engeland, Ierland en Scandinavië. Het zijn de mensen die destijds de races in het Continental Circus bezochten. “En dan hoor je ze zeggen: ‘Als wij door jouw boek bladeren, dan komt dat gevoel van toen weer helemaal terug’”, vertelt de Hengelose fotograaf. “Dat is prachtig om te horen.” Het Continental Circus bestaat allang niet meer. Het was een groep van privécoureurs die in de tweede helft van de vorige eeuw enkele tientallen jaren door Europa reisde om met wegraces het brood te verdienen. Door het reizen en het samen kamperen in rennerskwartieren had de groep heel wat eigenschappen van een circus. Wat er anno 2022 met dit kampioenschap te vergelijken is? “Niks”, zegt Burgers. “Zoiets bestaat niet meer. Het was iets heel bijzonders.”

Hengelo Het huidige International Road Racing Championship (IRRC) dat door de Hengelose Auto- en Motorvereniging (Hamove) samen met wedstrijdorganisaties in onder andere België, Duitsland, Tsjechië en Finland is opgezet en waartoe ook de jaarlijkse races op de Varsselring behoren, komt misschien nog wel het dichtst in de buurt. De Hamove en de Varsselring, dat is waar het voor Burgers als klein jongetje allemaal begon. Hij bracht zijn vroege jeugd door in Almen en verhuisde op z’n zevende met zijn ouders vanuit Raalte naar Hengelo. Zijn vader Gerrit Jan Burgers was bestuurslid van de Hamove ten tijde van de allereerste wegraces in Hengelo in 1967. Hij hield zich onder andere bezig met het contracteren van de internationale rijders, een taak die zijn zoon na verloop van tijd van hem overnam. Zo kwam Jan Burgers ook voor het eerst op circuits in het buitenland, zijn bezoek aan het circuit van Brands Hatch in Engeland staat hem nog vers in geheugen. “Wat ik daar zag, vond ik zó mooi”, vertelt hij daar nu over. “Ik dacht: dit wil ik aan de hele wereld laten zien.”

Ultieme hobby Racefoto’s maakte Burgers voor het eerst in 1969 in Hengelo, met een geleende camera van zijn vader. Tijdens militaire dienst kreeg hij de beschikking over een donkere kamer om foto’s en films te ontwikkelen. Zo groeide de liefde voor het vastleggen van beeld in rap tempo. Dat – in combinatie met de liefde voor motoren – was voor de Hengeloër ultieme hobby. Het werd zo’n succes dat het eind jaren zeventig niet langer te combineren was met werk en het gezin thuis. Toen het eenmaal stopte, miste Burgers het enorm. “Soms zeiden mensen na een vakantie: ‘Goh, wat maak jij mooie foto’s.’ Dan dacht ik: je moest eens weten…”

Na een motorsportweekend trok Burgers op maandagochtend weer naar de Wageningen Universiteit, waar hij gespecialiseerd was in de bestudering van vogels en insecten. De natuur en motoren, niet per se een logische combinatie. Hij vertelde op zijn werk dan ook weinig over de raceweekenden, waarin hij en zijn vrouw in hun volgepakte Citroën Deux Chevaux naar een circuit in pakweg Duitsland, Engeland of Italië waren getrokken. Jan en Hetty waren altijd samen. Terwijl hij fotografeerde, hield zij nauwgezet het wedstrijdverloop in de gaten, belangrijk voor de (korte) teksten bij de foto’s.

Wie nu door de twee boeken bladert, komt welhaast in een film terecht. De foto’s zijn grotendeels zwart-wit. Waar het eerste boek een meer algemeen beeld van het Continental Circus geeft en alle facetten langsloopt, willen Burgers en zijn vrouw met het nu verschenen tweede boek vooral het gevoel laten zien, van het leven in het rennerskwartier tot persoonlijke verhalen. En er is in dit tweede boek een bijzondere focus op de start, met soms wel drie of vier foto’s van één start: “Ik vind een start iets heel bijzonders”, verklaart Burgers. “Er gebeurt in die paar momenten zoveel op en rond de baan.”

Eerbetoon Ook is er in dit boek aandacht voor de donkere kant van de motorsport. Heel wat rijders die Burgers en zijn vrouw jarenlang volgden, kwamen tijdens de races om het leven. “Ik heb ze opgeteld en ik schrok ervan”, vertelt de Hengeloër. “Ik kwam op 35 mensen. Dat zijn allemaal mensen met wie wij gebarbecued hebben, een biertje hebben gedronken, op verjaardagen zijn geweest, in de sauna hebben gezeten. En hoe triest ook, dat hoort ook bij die jaren, het was zeker niet alleen maar mooi en leuk.”

De overleden coureurs hebben als eerbetoon een indrukwekkende pagina achterin het boek gekregen. Minstens zo indrukwekkend is het persoonlijke verhaal van Burgers, waarin hij terugdenkt aan een nacht in het paddock nadat er een coureur om het leven was gekomen. “Niemand kon slapen”, vertelt hij. “En zijn monteur - een Zwitser - liep de hele nacht het paddock op een neer, op zijn klompen over het gravel. Het is vijftig jaar later en nog altijd als ik iemand over een grindpad hoor lopen, denk ik aan dat moment.”

Reacties op zijn eerste boek kregen Burgers en zijn vrouw vooral veel via Facebook. Van de volgers van destijds, maar ook van kinderen of kleinkinderen van oud-coureurs. Met het verschijnen van deel twee zal er ongetwijfeld een nieuwe stroom aan reacties op gang komen en zal ook de vraag naar een derde boek niet uitblijven. Maar dat komt er niet, zo zegt Burgers stellig. “Die motoren, het was een mooie tijd, we hebben ervan genoten, maar ik ben 75, Hetty is 75, een keer is het goed geweest.”

Wij gebruiken cookies om het gebruik van de website te analyseren en om het mogelijk te maken content via social media te bekijken. Cookies van onszelf en van derden kunnen worden gebruikt om advertenties te tonen die aansluiten op uw interesses. Deze cookies kunt u weigeren via de knop Cookie-instellingen aanpassen

Onze privacy statement kunt u hier lezen