Bezig met laden

2022-09-23 21:43:38 By : Mr. Mike Ma

Kopieer de link van het artikel

Michel Verschueren is niet meer, de hondstrouwe rechterhand van Constant Vanden Stock werd 91. Jan Mulder, dat andere Anderlecht-icoon, bracht vorige week op de begrafenis hulde aan Mister Michel, de fysiektrainer die dankzij zijn onstuitbare drang naar voren opklom tot general manager: ‘‘Jantje, gij kunt voetballen,’ heb ik nooit uit zijn mond mogen horen.’

Kerst 1964. Schoolvakantie. Ik was als 18-jarige door RSC Anderlecht uitgenodigd om een weekje op proef mee te trainen in het Astridpark, dat toen nog Émile Versé-stadion heette. Conciërges -Jef en Mariaatje hadden een stapelbed voor me klaargemaakt in de catacomben, waar ook reservespelers als de Braziliaan Moysés Dos Santos, de Congolees Konkwe, de Spanjaard Cayuela, de Marokkaan Louzani en een enkele keer ook Johan Devrindt sliepen. Naast de slaapzaal bevond zich het ‘fitnesscentrum’, een bedompt hok met halters, zandzakken en medicijnballen. Mariaatje boende de vloeren dagelijks met emmers vol Lysol, ’t was er niet te harden. Maar de sfeer in die eerste Anderlecht-periode van mijn leven was gezellig en vrolijk, dankzij de fysiektrainer. Michel Verschueren.

Hij stoof door de catacomben met het stekeltjeshaar recht overeind. Alsof hij onder stroom stond. De hem zo typerende haardracht werd in die tijd ‘bebop’ genoemd: met het korte broekje en zijn dwingende stemgeluid was de ideale fysiektrainer voor ons verschenen. We moesten met een zandzak op de rug tien keer de tribunes van Blok H op rennen. En als we uitgeput in het gras lagen, bood hij hulp met een kwinkslag. Humor was een mooie eigenschap van Michel Verschueren. Zijn schetterende aanmoedigingen schalden door het stadion tot je dood van vermoeidheid was. In die periode van technisch oogstrelend spel dat het grote paars-wit van Jurion, Van Himst, Hanon, Verbiest, Puis, Heylens, Lippens, Plaskie, Cornelis en Stockman op de mat legde, had een krachtige fysieke aanpak de club zeker nog vooruitgeholpen. Want een Europese campagne bleef veelal steken in een kwartfinale. Dan won een elftal uit Dundee met 1-4 op de Heizel, waar Anderlecht mooi speelde, maar op tactiek en fysieke conditie werd afgetroefd.

Hoofdcoach Sinibaldi gaf Verschueren weinig ruimte. Michel trok gedesillusioneerd naar RWDM, waar voorzitter L’Écluse hem bij gebrek aan iemand anders benoemde tot algemeen secretaris. Zijn tomeloze ambitie zorgde voor de rest – succes – en in 1981 keerde hij op verzoek van Constant Vanden Stock als gewaardeerd manager door de voordeur terug in het Astrid-park.

Vanaf die dag bouwde Verschueren – fysiektrainer, architect, visionair, installateur van restaurants – aan het nieuwe Anderlecht. Hij realiseerde een voor Europa revolutionair stadion met een sterrenrestaurant en loges voor de beter gesitueerden. De commerciële aantrekkingskracht daarvan werd de basis voor economische en sportieve successen. De bomenpracht achter het doel aan de parkzijde verdween in alle bouwwoede wel uit het zicht, wat ik jammer vond, want in dat decor was het lekker op doel schieten. Maar Michel maalde daar natuurlijk niet om: een boom is geen businessmodel.

Mister Michel was zijn tijd vooruit. Hij was zijn tijd soms ook een beetje achteruit, met bepaalde opvattingen over personen wier gedrag niet strookte met zijn eigen mensbeeld, maar zijn onstuitbare drang naar voren met paars-wit overheerst toch heel erg in onze terugblik op leven en werken van deze gedreven man. En het was nooit saai met hem. In Kuopio, waar Anderlecht in 1982 een Europese match speelde, kreeg de delegatie uit Brussel een trip aangeboden naar een meer met op het strand een blokhut met een sauna erin. Na het stoombad sloeg het bestuur van de Finnen de Belgische gasten met een takkenbos op de rug, om vervolgens poedelnaakt het ijskoude meer in te rennen. Meneer Constant en Mister Michel konden natuurlijk niet achterblijven en moesten er beleefd in adamskostuum achteraan. Ik weet niet of het allemaal echt is gebeurd (het verhaal gaat dat eregast Eddy Merckx ook meezwom), maar ik was er dolgraag bij geweest toen Mister Michel die sprint met de Kannibaal naar het water met een banddikte won.

Verrassend: Michel Verschueren had gevoel voor taal, zie bijvoorbeeld de haiku-achtige rijmpjes die hij op Twitter met Marc Coucke deelde. Mij belde hij soms na een stukje in de krant: ‘Mulder, gij kunt schrijven, ik volg u, weest gerust.’

‘Jantje, gij kunt voetballen,’ heb ik nooit uit zijn mond mogen horen. Niet erg, dacht ik, ’t is een fysiektrainer, een architect, een manager die met makelaars dealt, sponsors werft. Totaal geen verstand van voetbal. Zijn favoriete Anderlechtspeler was zelfs niet Van Himst of Rensenbrink, maar Juan Lozano. Ik legde me graag bij die fijnzinnige keuze neer.

Michel Verschueren had ook een verborgen zachte, ja, sentimentele kant. Hij liet mij eens weten dat Constant Vanden Stock hem nooit anders dan met ‘Verschueren’ aansprak. ‘Michel’ kwam de president niet over de lippen. Op die ene keer na. Vanden Stock nam hem apart en sprak: ‘Michel, ik wil u iets vragen.’

Een fractie van een seconde zag ik door de trekken van Michels gezicht heen ontroering toen hij me dat vertelde. Hij had dat fijn gevonden: zijn president die zich kwetsbaar toonde, een vriend nodig had. Eindelijk.

Het ging om de affaire-Bellemans. Zwartgeldgedoe. Vanden Stock vroeg hem de verantwoordelijkheid op zich te nemen om zelf de dans te kunnen ontspringen. Michel Verschueren, een man trouw tot het bittere einde, zat daardoor een dag in de cel. In dienst van RSC Anderlecht. In zijn denken was ‘loyaal’ geen loos woord, het was een verplichting, een levenshouding, tegen de klippen op als het nodig was.

Tussen de plichten door gaf hij blijk van allerlei andere karaktereigenschappen. Michel Verschueren hield van drama. Hij zei het niet hardop, maar je voelde en zag duidelijk zijn liefde voor opstootjes van de fans, nare gezangen, neerhalen van hekken en toestanden op het veld met employees van de tegenpartij – en dan stond de vredesapostel in Michel op. ‘Ik schreed als Napoleon door de menigte,’ zei hij na rellen bij een wedstrijd van Anderlecht in Brugge.

Lichte zelfspot was hem niet vreemd, genieten van de aandacht deed hij zeker ook. En de harde kern van Anderlecht genoot mee wanneer de geliefde manager in zijn strenge leren mantel hun richting uitkwam: ze begonnen méér dingen uit het vak te gooien. Michel zag zijn kans schoon om de absolute hoofdrol naar zich toe te trekken en vroeg dan aan de politieagenten: ‘Zal ik ertussen gaan staan?’ Doe maar niet, meneer Verschueren. Dus voltooide hij op het veld zijn reeks sussende armgebaren, en nadat de zaak was bedaard, wuifde hij met gebalde vuist naar zijn fans.

Op het laatst, in het revalidatiecentrum, doofde het onblusbaar geachte vuur langzaam uit, en, wat uiteindelijk wel past in het rijke arsenaal aan kwaliteiten van deze geweldige steunpilaar van paars-wit: hij kon de nederlaag ook aan.

Ik zou hem mijn laatste woorden willen meegeven met een paar regels uit een gedicht van Carlos Drummond - de Andrade over het einde.

‘En dan verliezen wij de moed. De groeten! / Koffer gepakt, lichaam onthecht, de vreugde / van alleen zijn, sprakeloos, niets meer moeten.’

Het is je zeer gegund, Michel.

Om u deze content te kunnen laten zien, hebben wij uw toestemming nodig om cookies te plaatsen. Open uw cookie-instellingen om te kiezen welke cookies u wilt accepteren. Voor een optimale gebruikservaring van onze site selecteert u "Accepteer alles". U kunt ook alleen de sociale content aanzetten: vink hiervoor "Cookies accepteren van sociale media" aan.

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be. DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234